Maatschappelijke ontwikkelingen bieden ons vooral kansen
Deze maand is het 25 jaar geleden dat André Leeuwis bij BOAG begon als projectmanager. Vanaf 2005 is André één van de drie directieleden en partner binnen BOAG. Zijn 25-jarig jubileum is een mooi moment om terug te blikken maar vooral ook om vooruit te kijken. Een column van André Leeuwis.
‘Als ambitieuze jongen ben ik in 1994 bij BOAG binnengekomen. In de jaren die volgden heb ik de ruimte gekregen om binnen BOAG te ontwikkelen van projectmanager tot projectdirecteur en uiteindelijk naar directeur en mede-eigenaar. Mooie kansen natuurlijk, maar mijn voorwaarde daarbij was elke keer weer dat ik me als projectmanager kon blijven inzetten. Daar ligt mijn hart: ik wil écht voeling houden met het werkveld. Die gecombineerde functie van directeur en senior projectmanager is nog steeds de ideale rol voor mij.
Net als ik dat ben, is ook BOAG toekomstgericht. Zo hebben wij recentelijk een organisatiewijziging doorgevoerd: een nieuwe structuur die de medewerkers meer projectverantwoordelijkheden geeft. Dit is een intensief proces geweest, waarbij we het nodige inlevingsvermogen van onze medewerkers hebben gevraagd, maar die ons beter wendbaar maakt en ook aantrekkelijker voor hooggekwalificeerde medewerkers. Daarmee zijn we weer goed gesteld en klaar voor de toekomst. BOAG zal zich in de toekomst nog meer dan voorheen sectoraal gaan profileren om zo beter in te kunnen spelen op de markt. Zo zal onze afdeling Directievoering en toezicht onder leiding van Francis Alba Heijdenrijk, per 1 oktober manager Directievoering en toezicht, de komende tijd beter zichtbaar worden, nieuwe producten en diensten ontwikkelen en inspelen op de wet Kwaliteitsborging. En waar ik tot voor kort ons kwaliteitsteam aanstuurde, kan ik met de komst van Leanne Ruitenbeek als onze zakelijk manager die aansturing en de interne planning meer op afstand bekijken. Het geeft mij de mogelijkheid om samen met Ton Heijmans en Johan de Vries te onderzoeken waar nieuwe kansen liggen voor BOAG en met onze dienstverlening in te spelen op ontwikkelingen in de markt. Voor klanten en medewerkers blijf ik het klankbord bij complexe vraagstukken. En die zijn er genoeg, nu en in de toekomst.
De totale werkvoorraad in de bouw blijft groot. De economie lijkt weliswaar over het hoogtepunt heen, maar dit zal naar mijn mening niet direct grote invloed hebben op de per definitie laatcyclische bouwbranche. Natuurlijk zie ik risico’s, de stikstofdepositie en bodemverontreiniging voorop. Deze vormen een groot risico voor de korte termijn, maar zullen op middellange termijn al dan niet tijdelijk opgelost worden omdat anders de BV Nederland tot stilstand komt. Het is een te groot probleem om niet politiek op te lossen.
De maatschappelijke ontwikkelingen bieden ons vooral ook tal van kansen: binnenstedelijke woningbouw voor het oplossen van de woningtekorten, uitdagingen die we bij commercieel vastgoed tegenkomen door de impact van internetwinkelen – het herontwikkelen en het upgraden van verouderde winkelcentra is nodig om de kritische consument te blijven uitdagen om er maar eens een paar te noemen. Diezelfde ontwikkeling heeft ook een enorme impact op de vraag naar logistiek vastgoed. Aan de ene kant schaalvergroting en aan de andere kant lokaal en compact inspelen op het bezorgen in de steden. In de zorg is regelmatig sprake van uitgestelde investeringen en er zijn ontwikkelingen die duiden op meer vraag naar gezamenlijke woonruimte voor ouderen. In het onderwijs is er weer meer en meer vraag naar verduurzaming en nieuwe onderwijsvormen met eigen vastgoedvraagstukken. Een verduurzamingsopgave zien we ook in de bestaande kantorenmarkt, waar de komende jaren grote stappen moeten worden gezet en de realisatie van hoogwaardige nieuwbouw op bijvoorbeeld OV-locaties. In de leisuremarkt zien we een toename van toerisme in de grote steden. Kansen dus te over, in alle markten waarin BOAG opereert.’